maandag 25 november 2013

Simultaan

Na een paar maanden lid geweest te zijn van de schaakclub in Leusden-Centrum zag ik dat mijn niveau van schaakspelen behoorlijk was verbeterd. Toen er een mogelijkheid kwam om simultaan te spelen tegen tienvoudig Nederlands kampioene, grootmeester Fenny Heemskerk had ik voldoende zelfvertrouwen om me daar voor in te tekenen. Ik was 16 jaar, bloedfanatiek en Bobby Fischer was mijn held.
Simultaan spelen is een vak apart, niet elke meester of grootmeester is er een kei in. Volgens mij heb je een heel sterk geheugen nodig en een grote kennis van openingen. Daarmee kan in een groot deel van de partijen volstaan worden met het spelen op de automatische piloot. Hoe sneller het gaat, des te minder tijd heeft de rij van tegenstanders.Grootmeester Jan Hein Donner was er een kei in: ondanks zijn imposante gestalte raasde hij langs de borden.

                                                        Fenny Heemskerk

Hoe sterk Fenny Heemskerk in simultaan spelen was, wist ik niet. Ik wist wel dat ze in Amersfoort woonde en noodgedwongen op de markt stond met vitrages en gordijnen. Met schaken was er immers geen droog brood te verdienen en er moest wel het nodige op de plank komen.
Het spelen van simultaanwedstrijden bood de mogelijkheid voor meesters en grootmeesters om wat extra te verdienen. Schaakclubs en bedrijven huurden de bekende schakers in voor dit soort tijdverdrijf en uitdagingen voor club- en thuisschaker.
In dit geval was het georganiseerd door een bouwbedrijf en werd gehouden in de hal van Ziekenhuis St.Elisabeth in Amersfoort. Als ik het me goed herinner, werd er op vijftig borden gespeeld.

Precies in die tijd lag mijn moeder in dit ziekenhuis. Mijn vader en moeder waren met hun bromfiets geschept door een auto en nu lag ze daar met een gecompliceerde breuk in haar bovenbeen. Ze vond het maar wat spannend dat ik daar zou spelen en beloofde mij te proberen een kijkje te nemen vanaf de galerij.
Ik had daar niet zoveel vertrouwen in, zoals ze daar in dat bed lag. We zouden wel zien.
Uiteindelijk is ze door een verpleegkundige in een rolstoel ernaar toe gereden en heeft mij inderdaad kunnen zien. Dat kon niet te lang en ik heb haar niet kunnen opmerken.

Waarschijnlijk was ik ook veel te veel geconcentreerd op mijn partij tegen de voormalige nummer twee van de wereld in het damesschaken.
Er stonden mij een paar wijze lessen scherp voor de geest:
1.Probeer je tijd te nemen;
2.Probeer het zo gecompliceerd mogelijk te houden; dus niet gaan afruilen.
Het lukte mij aardig en er ontstond een lastig breiwerk waar voor Fenny Heemskerk moeilijk doorkomen was.

Om mij heen moest de een na de ander de grootmeester een hand geven en gefeliciteerd en bedankt te zeggen. Mijnheer Mostert was al vrij snel verdwenen. Dat scheelde een slok op een borrel, de goede man had de gewoonte om na elke zet van de tegenstander te zeggen: "Wat nu, wat nu, zei Pietjecru."
Het werd heerlijk rustig, achter mij was wel wat gemompel te horen. Enkele deskundigen, die zelf allang van het bord waren geschoven, stonden elkaar fluisterend commentaar te leveren op mijn zetten.
Mevrouw Heemskerk stond almaar langer en langer aan de andere kant van mijn bord. Ik merkte zelfs iets van agitatie, het was geen fijne pot voor haar. Als dit voetbal was geweest, dan had mijn spel catenaccio geheten.

                                          Net begonnen en nu al een belangstellende achter me

Nadat ze weer een ronde had gelopen langs de paar overgebleven tegenstanders, kwam ze weer bij mij aan. Ik zette mijn zet en ze liep rood aan. Wat ik gedaan had, ontnam haar elke winstkans.
"Je hebt wat verschoven!" bitste ze.
"Echt niet, mevrouw", zei ik beleefd en enigszins rood aanlopend. Dit had ik niet verwacht.
De mannen achter mij riepen nu in koor dat dit absoluut niet zo was en zelfs een man die inmiddels met haar aan het meelopen was aan de andere kant van de tafel bemoeide zich ermee.
"Dat geloof ik ook niet, Fenny", zei hij rustig.
"Nou goed dan", snoof ze en deed haar zet.
Ik werd weer rustig, er was geen vuiltje aan de lucht in de partij.

Ze kwam hierna nog driemaal zetten en zei toen kortaf: "Remise?"
"Akkoord", zei ik deftig en stak mijn hand uit. Ze schudde die en liep naar de overgebleven twee borden waarop nog gespeeld werd. Een excuus voor de valse beschuldiging kon er niet af.
Uiteindelijk bleken er maar drie spelers remise uit de strijd te hebben gesleept.
Er kwam een foto in de krant en de namen van de drie personen die niet hadden verloren.
De krant bleef nog een paar dagen op mijn moeders nachttafeltje te liggen.
"Dat is mijn zoon!" zei ze trots elke keer als ze de krant aan een belangstellende kon tonen.

Een Bobby Fischer ben ik helaas nooit geworden.
==================================================

donderdag 7 november 2013

Gastvrijheid bij de Blokker

Mijn Engelse vrouw kan nog maar kleine stukken lopen en is daardoor afhankelijk van rolstoel en scootmobiel.  Nog steeds vindt ze het erg fijn om zelfstandig dingen te doen en daar hoort boodschappen doen bij. In Nederland was het bijvoorbeeld bijna een feest voor haar om naar de islamitische slager te gaan. Daar kan je vlees vinden, dat je niet in de schappen van de supermarkt aantreft. En bij die slager spreken ze nog bijna perfect Engels ook. Maar ook de supermarkt is bijna een uitje als ze die op haar eentje bezoekt.



In Nederland hadden we de gewoonte om series op dvd te kopen en te kijken. Bol.com en Amazon.com hebben aardig wat keus. Soms dook ik zelf wel eens de Blokker in en keek bij de schappen met dvd's of er ook aanbiedingen waren. Soms kon je er heel goedkoop iets goeds scoren. En zo had ik dus eens een prima Deense serie met Nederlandse en Engelse ondertiteling gevonden. In de Blokker hebben ze het systeem dat je een lege doos naar de kassa brengt en daar zoeken ze in de lades achter de kassa naar de bijbehorende schijfjes. Terwijl ik bij de kassa wachtte, was een van de kassieres zuchtend aan het zoeken.

Uiteindelijk werd de doos op de toonbank gelegd en de andere kassiere rekende gelijk af en stopte de doos in een plastic zak. Mijn roepen dat ik die niet wilde, hielp niet. Het is voorgeschreven dat ze het gekochte product in een plastic zak stoppen, legde ze uit. Ik rekende af en ging met de buit naar huis.
's-Avonds was er een mooi moment om te gaan kijken. Eerst maar eens de eerste aflevering kijken, natuurlijk. Maar...geen eerste aflevering in de doos. Hoe we hem ook wenden of keerden, er waren twee dvd's: deel 2 en deel 3.
Gelukkig had ik het bonnetje nog en mijn vrouw bood aan om de volgende dag - een werkdag voor mij - naar de Blokker te gaan en de ontbrekende dvd op te vragen.



De Blokker was nieuw terrein voor haar. Bij de ingang aangekomen besefte ze dat ze er zo niet binnen kon komen. Een soort dranghek maakte het onmogelijk om met de scootmobiel naar binnen te rijden. Ze probeerde de aandacht te trekken van een verkoopster die bezig was verderop vakken te vullen. Maar de jongedame zag haar niet, of wilde haar niet zien.
Wat te doen?
Ze besloot naar de uitgang te rijden. Uiteraard gingen de automatische deuren niet open, het was immers niet de ingang. Maar even later ging een klant naar buiten en mijn vrouw maakte snel gebruik van de geopende deuren.

In haar haast reed ze tegen een bak met aanbiedingen aan die precies in het midden van het pad was geplaatst. Een jongedame achter de kassa keek het hoofdschuddend aan, maar bleef als vastgenageld achter die kassa.
Nu kwam er een peroxyde-blonde mevrouw tevoorschijn die tegen mijn vrouw begon te schelden. Ze was wat ouder dan de rest van het winkelpersoneel. Waarschijnlijk de manager van de vestiging. Mijn vrouw begreep dat het ging over het gebruiken van de verkeerde ingang, onvoorzichtig zijn en meer van dat alles.
Mijn vrouw liet haar even uitrazen, vroeg toen in het Engels hoe ze in vredesnaam toegang tot deze winkel kon krijgen.

De mond van de hoogblonde dame viel even open zonder dat er geluid uitkwam en ze verlegde haar gescheld en gemopper naar de kassiere. Die laat haar ook maar begaan. Toen ze buiten adem was, liep ze naar achteren. De kassiere kon nu eindelijk aan mijn vrouw vragen wat ze wenste.
De jongedame begreep het probleem en ging met de onvolledige doos naar achteren. "Even navragen..."
Ze kwam terug met een verhaal dat klanten zelf altijd de inhoud moeten controleren voordat ze de zaak uit lopen. En dus was het haar probleem niet. Mijn vrouw vroeg naar de manager. Het meisje zei dat die hier niet voor naar de kassa zou komen. Mijn vrouw vroeg wie haar baas was. Ze zou graag even met hem spreken.



De kassiere verdween weer naar achteren en kwam een paar minuten later terug met het verhaal dat ze zou gaan zoeken naar de ontbrekende dvd. Maar dat kon nu niet, het was te druk. Mijn vrouw keek eens rond; ze was de enige klant in de winkel. Ze haalde haar schouders een keer op en vroeg wanneer de doos gereed zou zijn om af te halen. Dat bleek even voor sluitingstijd te zijn. Het bonnetje moest dan wel even getoond worden. Ze schreef iets op en gaf het aan mijn vrouw.



Na mijn werkdag heb ik het bonnetje thuis afgehaald en in de winkel kreeg ik de doos. Voor de zekerheid heb ik hem gecontroleerd. Jawel, hij zat erin. De jongedame wist nog te vertellen dat iemand de dvd in een verkeerde la had gestopt. En daar moest ik het mee doen.
Mijn vrouw wilde na deze ervaring niet meer naar de Blokker.
==============================================