dinsdag 18 juni 2013

Tycoon in Spakenburg

Het was in de tijd dat bijna iedereen bij de Belastingdienst "klantmanager" werd genoemd. Officieel was iedereen klantbehandelaar, zodat je geen kapsones kreeg. Een manager ben je niet natuurlijk niet zomaar...
Na een tijdje de lokale reclame-ondernemers te hebben behandeld, kreeg ik de adviesbureau's van de regio onder mijn hoede. Het waren er bijna 1.900 en ik werd net als de andere klantmanagers geacht om kennismakingsbezoekjes af te leggen als ze de onderneming startten en als er iets aan de hand was. Het streven was oorspronkelijk om de ondernemers minimaal eens per jaar te bezoeken. Een eenvoudige rekensom leert dat dit volslagen nonsens was. Te meer omdat je ook geacht werd om telefonisch altijd aanspreekbaar te zijn voor de "klant". En mobiele telefonie was voor ons "gewone" belastingmensen een utopie.



Maar soms ging ik dus wel op pad. Dit was beperkt tot problematische omstandigheden voor de ondernemer: dreigende faillissementen, betalingsachterstanden, reorganisaties en dergelijke.
Een van mijn taken was het in kaart brengen van de ondernemingen, organisatie-schema's in onze computer-systemen inbrengen. Soms was het me niet duidelijk hoe de zaak in elkaar stak en dan stelde ik vragen; schriftelijk of per telefoon. En dan bracht het antwoord meestal wel uitkomst.

                                          Spakenburg

Mijn vragen aan een ondernemer uit Spakenburg leidde tot een telefoontje. Het leek hem beter om één en ander mondeling en onder het genot van een kopje koffie uit te leggen. Hij nodigde me uit om naar Spakenburg te komen, naar zijn hoofd-vestiging.
Het kantoor was heel eenvoudig te vinden en stipt ambtenaar als ik was, arriveerde ik die ochtend een half uur te vroeg. En dus stapte ik met mijn plastic tasje met pen en schrijfblok een koffie-zaak in de buurt binnen om daar met een koffie te wachten tot het tijdstip van de afspraak. De koffie was prima, net als het broodje dat ik erbij had besteld.



Er kwam een andere klant binnen, die bij de kassa met de dame daar bleef kletsen en haar koffie staande dronk. Ze wees op een gegeven moment naar mij: een vreemde?
"Dat is er één van de Belastingdienst", zei de dame. Ik verslikte me bijna in een slok koffie. Hing er een luchtje aan me of zo? De koffie smaakte meteen een stuk minder en ik vertrok eerder dan oorspronkelijk mijn bedoeling was.
Dan maar meteen naar mijn afspraak. Ik excuseerde me bij de receptioniste, een blonde schone met een gezonde blos op de wangen: ik was overduidelijk aan de vroege kant. Maar ze belde even en haar baas kwam breed glimlachend aangelopen. Het was een man van middelbare leeftijd met wat overgewicht en wat haartekort. Het was volgens hem geen enkel probleem dat ik wat vroeg was: daar hielden ze in Spakenburg wel van volgens hem. Maar aan laatkomers hadden ze een bloedhekel.



De man bleek volbloed-Spakenburger, bleek weer eens dat toch niet iedereen De Graaf of Koelewijn heette. Ik werd zijn kantoor binnen getroond via "de werkvloer". Het was er vreemd stil, ondanks dat er zo'n twintig mensen zaten en er werd overduidelijk hard gewerkt. "Van hard werken is nog nooit iemand ziek geworden", stelde hun baas vast. "Hier in Spakenburg zijn we niet bang om flink aan te pezen!"
Zijn kantoor werd grotendeels gevuld door een immens bureau; het kleine ronde tafeltje in de hoek met drie stoelen stak er wat zielig bij af.
Hij noodde mij om aan het tafeltje plaats te nemen en liep zelf door naar zijn bureau. "Twee koffie, Carla!" riep hij door zijn telefoon en kwam toen naar mij toe.



Ik had inmiddels een lijst met alle ondernemingen op zijn naam op het tafeltje gelegd, samen met mijn schrijfblok en mijn pen.
"Ik ga je eerst wat vertellen, misschien dat het dan al duidelijk is hoe alles hier toe gaat", zei mijn gastheer.
"Dank je, Carla"; de receptioniste kwam de koffie al brengen. Toen ze de deur achter zich had dichtgedaan, zei hij: "Het oog wil ook wat, hè. Er zit verder niks bij, maar haar koffie is altijd in orde. Hahaha."



En toen kreeg ik de uitleg. Hij bleek via zijn BV met zichzelf een VOF te hebben en daarnaast had hij er één met al zijn medewerkers, ook met Carla. "Ik wil mijn medewerkers graag aan me binden. En dat doe ik op deze manier."
Hij bleek dit met iedereen uit zijn omgeving te doen: ik had al gezien dat hij ook een VOF had met zijn vrouw en een CV met zijn ex-vrouw. En dan had hij ook nog eens de gewoonte om zakelijke geschillen uiteindelijk te beslechten met een samenwerkingsverband met de oorspronkelijke opponent.
Er kwam een puisterige jongeman binnen met wat papieren die echt op dat moment getekend moesten worden. Op de vraag van mijn gastheer hoe hij het werk vond, kreeg ik een lofzang te horen.
Hij ging bijna achteruitlopend het inmiddels bedompte kantoor uit.
"Een papjong, een moederskindje", zei de Spakenburger zachtjes vanachter zijn hand. Maar hij wees wel op een VOF, ongeveer op de helft van mijn lijst.



Ik kreeg nog een verhaal te horen hoe van niets tot dit alles was gekomen en hoe hij zijn ex-vrouw te slim was af geweest. Hij had haar lekker gemaakt met de CV en de te verwachten resultaten.
"Ik laat het lekker aan sudderen. Ik ga me niet uitsloven voor die hoer."
Het sudderen bleek op bijna alle bedrijfjes betrekking te hebben. Van de medewerkers werd verwacht dat ze 's-avonds en in het weekend voor hun bedrijfjes werkten. Daar kwam dus niet veel van terecht.
Hij wist echter vrijwel zeker dat een VOF met mij wel goede resultaten zou opleveren.
Er zat geen stop op deze man, de verhalen gingen maar door en ik kreeg ongevraagd ook nog wat details over zijn medewerkers te horen. Zo had één van de dames een nieuw vriendje, maar haar baas had haar inmiddels gewaarschuwd voor die "dweil".



Tussendoor had ik van Carla nog drie koffie gekregen; er was duidelijk een koffietijd-schema opgesteld.
De koffie kwam me inmiddels de neus uit en het was me wel duidelijk hoe de structuur van dit ondernemersconglomeraat was samengesteld: het had gewoon geen enkele samenhang!
Ik besloot beleefd een eind aan de monoloog te brengen en te vertrekken uit het benauwde kantoor.
"Zeker weten dat je niet nog een kopje koffie wil?" zei hij nog gul.
Ik wilde weg voordat ik ook in een VOF of CV was beland en wilde al helemaal niet weten welke karakteristieken aan mij zouden worden toegerekend.



Ik kon pas weer goed ademhalen toen ik goed en wel in mijn auto zat.
Terwijl ik Spakenburg uitreed schalde Dirty Old Man van The Three Degrees door de auto. Ik zong luidkeels mee.
==================================================
Afkortingen:
BV = Besloten Vennootschap
VOF = Vennootschap onder Firma
CV = Commanditaire Vennootschap

vrijdag 14 juni 2013

Het is ook altijd wat!

De busdienst is wel eens meer onregelmatig, maar deze keer wordt het wel erg bont gemaakt. Wij vieren staan uitvoerig te mopperen bij de bushalte op Anglia Square. Het voelt vertrouwd, als het mopperen op het weer in Nederland. Daar maken ze hier in Norwich geen punt van: het is zoals het is. Maar de bus is een favoriet onderwerp. Omdat er hier afdankertjes uit Wales rijden, begeven ze het regelmatig. En dan zit je dus een kwartiertje of langer te wachten op een vervangende bus. Regelmatig komen er bussen langs van andere busdiensten een enkele van First. ("Last" in de volksmond.)



De jongste van het stel, een keurige heer in zo'n klassieke regenjas, doet iets waar de rest nog niet op is gekomen: hij draait zich om. En begint meteen te vloeken. Er blijkt een bericht achter ons te zijn opgehangen: de straat verderop is opgebroken en de rest van deze dag is de bushalte buiten gebruik.
De mijnheer loopt weg van de bushalte, in de richting die je niet zou verwachten: verder weg van zijn bestemming volgens mij.
De rest, een wat oudere man met een enorme zonnebril en een wat oudere mevrouw en ik, kijken de man in eerste instantie besluiteloos na. Maar wij mannen beslissen al snel om in de tegenovergestelde richting naar de eerste bushalte na de opgebroken weg te lopen. De mevrouw loopt terug in de richting van de winkels: zeker iets vergeten te kopen.



De man met de zonnebril blijkt een gezellige prater; alleen jammer dat ik het plaatselijke dialect nog steeds niet goed kan volgen. Het klinkt mij als een soort Fries in de oren. Maar zo nu en dan vang ik iets op wat ik wel begrijp en ik probeer dapper mee te kletsen. We passeren The King's Head en ik moet me vermannen om niet even binnen te lopen. Maar ja, die boodschappen komen niet vanzelf thuis natuurlijk.
Hij keert zich na een aantal minuten lopen even om en kijkt terug in de richting vanwaar we gekomen zijn. Hij vraagt zich af waar zij blijft, zegt hij. Ik kijk met hem mee, maar ik zie niemand die op haar lijkt.



De straat blijkt verderop inderdaad opgebroken, ze zijn weer een gat aan het graven. Het zal wel weer een gaslek zijn, opper ik. Mijn metgezel is het met me eens. We steken de drukke weg erna over en arriveren bij de bushalte.
Het begint aarzelend te druppelen. "Zal je net zien" , zegt de man, "weken wachten we op regen en nu komt het op een ongelegen moment".
"Ach", zeg ik, "hoef je de tuin niet te sproeien vanavond". Hij lacht eens en vertoont dan een brede glimlach onder zijn zonnebril. En jawel, daar komt de oudere mevrouw aangelopen.



Hij loopt op haar af en begint een lang verhaal in dat moeilijke taaltje te vertellen. Zij knikt zo nu en dan begrijpend. Als de druppels heviger worden, diept zij een plastic kapje uit haar boodschappentas en drapeert het op haar hoofd. Ze is nog niet klaar of bus 11 komt aangereden. Ik wil het stel voor laten gaan, maar ze beslissen anders: ik ga voor. Ik ga naast een man met rasta-haar zitten, zodat de twee oudjes naast elkaar kunnen zitten. Dat doen ze echter niet. Hij gaat een paar stoelen van haar vandaan zitten.



Toevallig moeten ze er bij mijn halte ook uit. Het is harder gaan regenen en ze klapt een opvouwbare paraplu open. Die krijgt van een plotselinge windvlaag een enorme oplawaai en klapt binnenstebuiten. Ze krijgt hem niet meer goed. Terwijl ik op de knop druk van de voetgangersoversteekplaats, zie ik dat de man met de zonnebril ook een paraplu heeft. Hij klapt hem open en biedt haar beschutting aan. De kapotte plu gaat in haar tas en als het licht groen is, steken we met zijn allen over. Ik moet daarna naar links en zij naar rechts.
"Ik loop wel even met je mee", biedt hij galant aan.
"Dat is lief van je", hoor ik haar reageren.

Iets verderop moet ik naar rechts, mijn straat in. Ik kijk nog even om, verwacht eigenlijk dat ze gearmd zullen lopen. Maar dat is niet zo. Wel is duidelijk dat hij nog veel meer te vertellen heeft.
===================================================

maandag 10 juni 2013

Basil Fawlty

Heel vaak denk ik dat er in de wereld maar een beperkt aantal blauwdrukken voor mensen bestaat. Hoe anders te verklaren dat er zoveel dubbelgangers rondlopen.
Nadat ik in Norwich ben gaan wonen, kom ik regelmatig mensen tegen in de pubs waarvan ik denk: Hé, alweer een ex-collega. Heel apart dat dat zo is.
Het blijft niet beperkt tot voormalige collega's; regelmatig zie ik mensen waarbij ik het niet kan laten om mijn vrouw even aan te stoten. "Kijk nou, Johnny Depp!" Of Michel Piccoli, Joop Braakhekke, Imca Marina en ga zo maar door.

                                                  Michel Piccoli

Dit verschijnsel blijft niet beperkt tot Norwich. We gaan op vakantie in Turkije en wie komt me de wijn serveren: een jonge Amy Winehouse (nog voor borst-vergrotingen en aangebrachte piercings en tattoo's).
Ze bleek een zeer vriendelijke jongedame; we vonden met haar dat een 72-urige werkweek niet echt lekker was en waren blij voor haar als ze haar wekelijkse dagje vrij had.

                                                           John Cleese als Basil Fawlty

In het lounge-gedeelte kon je heerlijk zitten: zicht op het zwembad en op de zee en de bar lekker dichtbij.
Soms werd de rust verstoord, dan kwam Basil Fawlty de boel inspecteren. Blijkbaar was hij hygiene-expert.
Gewapend met veger en blik en met grote passen rondgaand, vond hij vergeten propjes en peuken op de vloer. Dat was prima.
Minder was het als hij de kussens van de zitjes kwam bekijken. Minutenlang keek hij dan naar boven- en onderkant van de kussens en soms leek hij dan de neiging te hebben om aan gedeelten te gaan ruiken. En het scheelde maar net of hij trok de kussens onder je vandaan. De eet- en drinklust zou je bijna vergaan. Soms werd zo'n kussen dan meegenomen en later een schone gebracht.

                                          Lounge

Op een middag moest ik onder het eten een noodstop maken, even snel naar de wc. Niet gezellig natuurlijk, maar wat moet, moet. Na gedane zaken zorgde ik er gewoontegetrouw voor dat het toilet geschikt was voor een volgende bezoeker. Ik heb er de pest aan om in vieze wc-ruimte te stappen en doe dat dus ook een ander niet aan. Groot was dus mijn verbazing toen de deur op het moment dat ik naar de wasbakken wilde lopen, uit mijn handen werd getrokken. Fawlty liep gedecideerd de ruimte binnen en trok uitvoerig nog eens door.

                                                      Amy Winehouse
                                                     
Tamelijk geïrriteerd liep ik terug naar de eetzaal en begon mijn vrouw op hoge toon te vertellen wat mij was overkomen.
"Another wine, sir?" vroeg iemand naast me met een aanstekelijke glimlach. Amy Winehouse had alvast twee glazen meegenomen. Tja, dan kan je niet boos blijven! Ik vergat gewoon even de rest van het verhaal.
Toen ik verder ging, moest ik er alweer om lachen.
========================================================