zaterdag 13 oktober 2012

Gerrit

"Mijnheer Van Oude Plateringen!" riep de sous-chef.  "Ja, mijnheer De Wit." antwoordde de chef terwijl hij op hem afliep. "Ik krijg net een telefoontje van de ouders van Gerrit. Hij kan niet komen, is door zijn rug gegaan."
"Goh, wat toevallig!" was de reactie van een direct geagiteerde Van Oude Plateringen.
"Guus, Wim en Paul! Bij me komen!"
"Ja, mijnheer!" was het in koor en ze stonden in een ommezien naast 's-mans bureau.
"Jullie zullen de klus met zijn drieën moeten doen. En ondanks dat MOET het morgenavond klaar zijn. Hoe je het doet, kan me verder niet schelen. Desnoods gaan jullie vanavond maar door. En niet tegen mij mopperen, bedank jullie vriend Gerrit maar. Ik zou maar meteen beginnen, op hem hoef je niet meer te wachten."
Binnensmonds vloekend gingen de drie op weg naar het archief. "Klote-Gerrit!", kon ik wel verstaan, de rest niet. (Vloeken was niet toegestaan in het gebouw, daar waren de gereformeerde chefs erg strikt in.)



De populariteit van Gerrit was al niet erg groot. Hij ging al maanden niet meer mee op onze wekelijke vrijdag-borrel-tochten sinds het geintje met de drankjes. Al snel hadden we in de gaten dat hij profiteerde van de gulheid van de anderen. Zelf bestelde hij altijd gewone cola, bij een gekregen rondje was dat echter een whiskey-cola en als de meiden eens een cocktail wilden, "vergat" hij die te bestellen. Toen hij de laatste keer mee ging, bestelden we allemaal een gewone cola voor hem en verlieten de kroeg, hem achterlatend achter tien glazen cola.
De meiden gruwden van hem sinds hij in het fietsenhok eentje letterlijk verzocht om gemeenschap met hem te hebben. "Ga weg Engerd!" waren de laatste woorden die hij van de dames te horen kreeg.
En hij had er dus een handje van om in drukke tijden niet thuis te geven. Bij gezamenlijke klussen bracht hij uren door op de wc, om pas op te duiken als alles klaar was.



Tot tweemaal toe was hij de laatste weken slapend in het archief aangetroffen en de chefs drongen er bij het Hoofd van de eenheid op aan om hem te ontslaan. Maar de heer Plantinga was een zeer menselijke man en hij arrangeerde een gesprek met Gerrit.
Het bleek dat Gerrit grote zorgen had, volgens het verhaal dat de secretaresse aan ons door-briefde. Gerrit's vriendin bleek zwanger te zijn en ze hadden geen enkele kans op een woning. De ouders van Gerrit waren streng gereformeerd en hadden hem te kennen gegeven om zo snel mogelijk uit hun woning te vertrekken.
De schande die over het gezin werd uitgestort, werd hen teveel.
Het was een tijd waarin notabelen nog bestonden en elkaar vonden in Rotary-club of Lyons-club. En dus zag de heer Plantinga kans om aan wat touwtjes te trekken en voor Gerrit en vriendin een flat te regelen.
En Gerrit beloofde plechtig beterschap in zijn werkhouding. Belofte maakt wel schuld, maar Gerrit had niet zoveel haast om die in te lossen, bleek al snel. En nu was hij er dus weer niet.



"Mijnheer De Wit!"
"Ja, mijnheer Van Oude Plateringen."
"Ik moet even weg. Bewaakt u het fort zolang?"
De heer De Wit knikte en de chef vertrok, even later zagen we hem op zijn fiets de hoek om gaan. Naar de kapper wisten we allemaal. Voor dat zielige randje haar dat er nog op zijn schedel zat. Hij vond dat hij er recht op had om naar de kapper te gaan in de tijd van de baas, omdat het haar ook groeide in de tijd van de baas. Dat gold alleen voor hem, ons haar groeide blijkbaar slechts in onze vrije tijd.



Na een uurtje kwam hij terug en liep meteen naar de heer De Wit toe. "Wat ik nu zag! U zei toch dat Gerrit door zijn rug was gegaan...." De heer De Wit knikte.
"Ik zie mijnheer Gerrit samen met een maat een bankstel in een vrachtwagen sjouwen! Ik bel hem gelijk op!"
De heer Van Oude Plateringen belde met een rood hoofd op. "Zeg maar tegen Gerrit dat hij ogenblikkelijk naar kantoor moet komen!" hoorden we hem in de hoorn schreeuwen.



Bij binnenkomst kon Gerrit meteen door naar het Hoofd. De twee chefs wreven in hun handen: dit zou ontslag betekenen. Maar ook deze keer toonde de heer Plantinga zijn menselijkheid. Gerrit kreeg straf-overplaatsing naar een provincie-stadje een uur reizen vanaf onze vestiging. En de chefs waren toch tevreden, Gerrit was weg. Zuur was wel dat er geen vervanging mocht worden aangenomen.
Wij misten hem wel, hij was goed voor onze kantoor-roddels en als er iets mis ging, konden we altijd hem de schuld geven.



Via via hoorden we zo nu en dan toch nog het één en ander. Zo bleek Gerrit na een half jaar zo'n beetje gedwongen ontslag te hebben genomen. En hij werkte daarna bij een accountants-kantoor.
Dit duurde nog korter: hij werd op staande voet ontslagen. De reden kenden we niet, we vermoedden dat hij weer aan het slapen was geweest.
Één van ons zag hem op een dag aan het werk in een supermarkt in de stad. "Ik ben hier assistent-bedrijfsleider." vertelde hij. Maar hij was bezig om vakken te vullen.
Het laatste wat ik hoorde was dat het kindje was geboren. Het had een prachtig mokka-kleurig velletje en omdat zowel Gerrit als de vriendin room-blank waren, had dit dus geresulteerd in nieuwe problemen.
Gerrit was bij haar weggegaan en woonde weer bij zijn ouders. Die hadden geen problemen meer met hem, omdat het schandaal wat minder van omvang was in hun gereformeerde ogen.

Daarna vertrok ik zelf uit deze benauwde omgeving wegens een in mijn ogen zeer verdiende promotie.
En het contact met de collega's uit dit gebouw ging volledig verloren.
=================================================





Geen opmerkingen:

Een reactie posten